dinsdag 16 juni 2009

And now, the end is here...

Op het moment dat ik dit typ, staat de teller van het aantal uren voor 'sluitingstijd' op 24. Nog 24 uur en dan wordt mijn portfolio bevroren, gevonden, doorgestuurd en gelezen. En dan is het echt zo ver!

Ik vind het best moeilijk om vier jaar journalistiek in zes artikelen te 'proppen'. Om alle ervaringen en opgedane kennis vast te leggen in een brief, blog of portfolio is onmogelijk. Wat ik wil laten zien, is waar ik nu sta ten opzichte van vier jaar geleden. Ik ben gegroeid, ik ben 'vaardiger' geworden, ik kan beter researchen dan toen, beter ordenen en beter kiezen. Journalistiek is niet alleen een opleiding die je leert 'schrijven', maar die je vooral de vaardigheden van een journalist meegeeft.


Vier jaar lang heb ik met plezier ervaringen opgedaan en heel veel bijgeleerd. Ik ben veranderd, mijn houding is veranderd, mijn blik op de wereld is veranderd: journalistiek kun je nooit even afzetten, het is altijd en overal. En dat zal het ook blijven na het afsluiten van deze opleiding. Zoals Frank Sinatra ooit al zong, zo heb ik het ook gedaan: “I did it my way.”

vrijdag 12 juni 2009

Artikel 6... Alleen maar nette mensen

Okay, met deze sluit ik mijn lijst artikelen. Ik wilde graag nog een 'tijdschrift'achtig artikel, dat ook op het web zou kunnen verschijnen erbij hebben. Want al met al: vaak zijn bepaalde rubrieken uitbesteed aan vaste freelancers. Vooral met boeken-, cd's, film- en concertreviews zie je dat bij veel bladen/sites. Ik schrijf zelf ook mee aan een vaste rubriek, aan de WegWijspagina van Dagblad de Limburger. Daarvoor schreef ik ook ooit mee aan de UpComing rubrieken in Up magazine. En ik deed reviews voor 3voor12/Eindhoven. Iets waar ik nog geen ervaring in heb, of wat ik in ieder geval niet vaak heb gedaan is boeken reviewen. Daarom toch een boekrecensie hier plaatsen;) Om te laten zien dat ik daar ook een gooi naar doe.

Wat ik met dit stuk vooral wil laten zien is dat er 'moderne' manieren zijn om een review interessant te maken. Ik heb als doelgroep de site van CJP genomen: het cultuurinitiatief voor jongeren: www.cjp.nl. Hoe ik dat heb aangepakt is door de schrijver (is een filmpje van de uitgever) in het filmpje het verhaal van het boek te laten doen. Ik vind zoals CJP zich nu profileert als cultuursite heel leuk en wel voor jongeren geschikt, maar het zou nog webbiger kunnen. Nu worden er een soort van gradaties aan de boeken gegeven en worden de reviews door vrijwilligers die het boek lazen geplaatst. Dat is hartstikke leuk, maar hoe kan je dat leuker maken? Wat als je nou gewoon je review inspreekt? Of uitdraagt op camera?

Op youtube is het fenomeen: mensen die een filmreview inspreken voor hun webcam en zo met de wereld hun mening delen: bijvoorbeeld dit filmpje: http://www.youtube.com/watch?v=6fsZU5qI5VE.
Als je dat (een beetje meer) gestructueerd doet en daarbij te werk gaat op een journalistieke manier, zou dat hele leuke reviews kunnen opleveren. Ik weet niet of het voor de reviews van de Volkskrant of Trouw zou lopen, maar ik denk wel dat jongeren sneller op die manier een recensie zouden kijken.
Als je ook kijkt naar de youtubekanalen van verschillende tijdschriften (denk aan Seventeenmagazine in de VS), dan worden de interviews daar in film geplaatst en het artikel verschijnt in woord in het blad. Soms zijn ze aanvullend op elkaar, soms zijn ze overlappend. Ik vind dat een hele toffe manier van werken, het geeft je de kans om zelfs een tijdschrift tegenwoordig crossmediaal neer te zetten. Bovendien is youtube een voorbeeld van media on demand, iets waar een typische mediagebruiker van nu juist gebruik van maakt.


Kortom: reviews zijn moeilijke rubrieken, die vaak versleten zijn in een bepaald stramien. Natuurlijk is dat stramien succesvol, want een rubriek is een terugkerend item. Maar hoe kun je het moderniseren en hoe kun je rubrieken op het web nog interactiever maken? Filmpjes. Zelf inspreken of monteren, maar het is wel een ideale uitdaging naar de 'lezer' toe om dan zelf een ook een reactie op film vast te leggen.

Artikel 5... Rummikub, seks en schoonmoeders; het leven van een importbruid

Importbruiden stonden midden juni ineens volop in het nieuws. Minister Eberhard van der Laan vindt dat er een stop moet komen op deze vorm van immigratie. De bruiden zorgen voor een grote druk op het integratiebeleid van Nederland. Verdonk, ex-minister van Integratie, verscherpte de regels tijdens haar regeerperiode, maar nu blijkt het aantal importpartners toch weer toegenomen. In Tilburg vond een discussie/debatavond plaats met Hulya Cigdem, importbruid uit Turkije. Daar moest ik over schrijven!

Omdat het thema lekker actueel is, past het artikel eigenlijk overal. Het zou in de Nrc Next kunnen, Volkskrant, De Pers of in Brabants Dagblad, of door bijvoorbeeld GPD in de regionale kranten gepubliceerd. Ik wil met het artikel een beeld schetsen van de 'discussiegevoelens' die avond. Er waren vier sprekers, maar ik heb ervoor gekozen er maar twee verder te belichten: degene met de (eerlijk gezegd) interessanste verhalen.


Het artikel is uitgewerkt voor 'web'. Tussenkoppen geven de indeling en onderwerpen aan, de chunks zijn best lang, maar leesbaar en de inhoud is bij elkaar passend. Ik heb ervoor gekozen om te linken naar een review van het boek van Cigdem, en niet zoals ik bij het filmartikel had gedaan, hier nog een review bij te plaatsen. Het moet lezen alsof je erbij was die avond en ik wil dat de lezer meer komt te weten over importbruiden en de taboes waarmee ze te maken krijgen. Het is een soort van mix geworden tussen achtergrond/verslag en interview. Het leest als een interview, het biedt achtergrond maar van oorsprong is het een verslag. Is dat niet verwarrend? Nee, ik denk dat de lezer zo goed in het verhaal is getrokken. Bovendien zou je voor de verschillende media het verhaal wel zo kunnen uitwerken dat het meer past bij het medium (bijv. interview voor regionale krant, meer achtergrond voor landelijke kranten).


Omdat ik iemand wilde vragen voor inhoudelijke feedback over dit onderwerp (dus niet de vorm bespreken, maar simpelweg de inhoud van het artikel) vroeg ik Thomas Lundberg, de hoofdredacteur van NL Next/Maroc.NL. Dit is toch een van mijn vaste freelance plekken en Thomas is bekend met mijn schrijfstijl en onderwerpkeuzes.

Simone Driessen beschrijft op een effectieve manier de machteloosheid van vrouwen en jonge meisjes die in deze situatie terechtkomen, de eeuwige strijd om alleen maar als gelijke behandeld te worden. Door de echtgenoot én door de vrouwen in de familie van de echtgenoot.
Ze valt met de deur in huis en beantwoordt meteen de vraag die velen hebben: Ís het daadwerkelijk ook zo slecht als importbruid, of is dat weer een vooroordeel over de stereotype "zwakke Islamitische vrouw"?
'Je hebt ons toch niet zwart gemaakt he?' Vroeg ze aan me. Hoe vind je het dan als importbruid, vroeg ik haar. 'Vreselijk'. Nou, zo heb ik het ook beschreven”.
Dit zet meteen de toon van het artikel. In het stuk "Mannen mogen vreemdgaan" heeft ze één van de betere omschrijvingen die ik heb gelezen over de dubbele moraal van sexualiteit in sommige islamitische gemeenschappen. De absurditeit ervan en de zwarte humor die eigenlijk de enige zinnige reactie kan zijn behalve woede komen duidelijk naar voren.
Een ander voorbeeld van dubbel moraal die Simone aankaart is dat mannen een bruid willen uit het land van herkomst omdat ze daar beter opgevoed worden, over hun eigen opvoeding maken ze zich niet druk. Een vrouw uit Marokko of Turkije is automatisch aan haar man overgelaten vanwege haar taal en cultuurachterstand, de relatie zal zelden evenwichtig zijn of worden. Simone citeert Hulya Cigdem, zelf een importbruid, die zegt dat ze tegen het zoeken van een partner is uit herkomstlanden. Cigdem komt niet met een magische oplossing om het aantal importbruiden verder naar beneden te krijgen, maar noemt een hoogst realistische en nuchtere aanpak: het aanpassen van de regels.


Nou, hele inhoudelijke feedback van Thomas. Hij haalt aan wat hij in het stuk ziet en hoe hij het opvat, en laat dat nou op de juiste manier zijn zoals ik het artikel heb willen over laten komen.


woensdag 10 juni 2009

Nog 1 week!

Over een week om deze tijd is het voorbij. Dan staat alles netjes in N@tschool, is de scriptie echt spelfoutloos ingeleverd en zijn de artikelen echt geselecteerd. Ik twijfel, ik kies, ik herkies, ik twijfel, ik schrijf, ik herschrijf, ik bedenk, ik herbedenk... zo gaat het nu een beetje. Het hoort erbij, er komt een moment aan waarin je wil laten wat je vier jaar lang hebt gedaan.. wat je inmiddels kan en hebt geleerd, maar dat is zovéél! En kan ik dat wel laten zien in 6000 woorden?! Nee, natuurlijk niet. Maar toch probeer ik het.

En hierna? Want voorzichtig durf ik nu verder te kijken naar wat ik de komende maanden/jaren ga doen. Dat beeld is behoorlijk bijgedraaid: ik wilde eerst direct aan de slag als correspondente, maar dat idee laat ik even voor wat het is. Ik wil het nog steeds graag, maar ik wil meer van de 'achterkant' van de media proeven. Wat voor invloed hebben berichten, hoe kun je media interessant maken voor jongeren? Hoe kun je bepaalde onderwerpen 'beter' brengen en hoe kun je grotere doelgroepen bereiken? Wat doet beeld met een artikel? Wat brengt de opkomst van internet de komende jaren voor de journalistiek?
Ik heb nog vragen genoeg en wil graag verdieping de komende jaren. Ik wil de voor- en achterkan van de journalistiek en de media leren kennen. En daarom studeer ik door. Maar waar? Dat is ook weer even afwachten. Half juni krijg ik bericht, en half juni... dat is alweer zo akelig dichtbij...

dinsdag 9 juni 2009

Mabrouk! Minor Arabisch is binnen!


Yeah! Het certificaat is eindelijk binnen: de minor Taal en Cultuur 1 Arabisch. Klinkt heel mooi, maar wat heb ik eigenlijk gedaan? Twee projecten Arabisch gevolgd, zodat ik de taal kan lezen en schrijven en op beginnersniveau kan spreken/volgen. Twee projecten Marokkaans, als minor aan de Vrije Universiteit in Amsterdam, zodat ik ook deze taal (ja, Marokkaans- het darija- is niet gelijk aan Arabisch, het is een dialect van het Standaard Arabisch) op beginnersniveau kan spreken en verstaan. En ik heb een stage/cultuurwerkstuk gemaakt: De stage deed ik van de zomer in Marokko, ik onderzocht waarom Frans vaak gehanteerd werd/wordt in de media in plaats van het Standaard Arabisch. Het cultuuronderzoek gaat over de rol van de Koran in drie opzichten.
De minor is trouwens uiteindelijk geplaatst onder de tak van Engels minorgroep, want officieel bestaat ie helemaal nog niet! Ik deed een pilot, die ik zelf in elkaar had gezet. Alle planning en organisatie waren dus in mijn handen! Bewijs genoeg voor Plannen & Organiseren nu?! De opzet van de minor is te vinden in natschool.

donderdag 4 juni 2009

Artikel vier... Alleenstaandenadoptie

De laatste twee jaar verdiepte ik me in Nieuwe Media & Tijdschrift. Maar hoe laat ik zien dat ik nog steeds weet hoe een tijdschriftverhaal in elkaar steekt? Juist, door er een te schrijven. Het onderwerp had ik al langer op het oog; alleenstaandenadoptie. Het is een onderwerp waar je niet snel over leest (meestal 'gewone'adoptie of adoptie door homostellen). Maar toen Madonna ineens single werd en haar Mercy niet mocht meenemen uit Malawi, zag ik de nieuwsaanleiding die ik nodig had: een single moeder verwikkeld in een adoptieprocedure!

Het verhaal is niet voor een opdrachtgever geschreven. Het zou passen in een vrouwenblad, maar wel een vrouwenblad met lef. Viva Mama is te lief en mijn interviewkandidates zijn te jong, Libelle te algemeen, net als Vriendin. Flair is een optie waar dit artikel geplaatst zou kunnen worden.
De interviewkandidates heb ik gevonden via internet, de vrouwen (één in afwachting van een voorstel, één heeft een kindje toegezegd en één heeft het adoptiekind sinds tien maanden bij zich).
Ik heb ervoor gekozen om de beleving van de vrouwen en de procedure te beschrijven in het artikel. Om zo een diepte en breedte te krijgen in het artikel: je legt iets uit, maar je geeft ook het woord aan de vrouwen die hun mening/gevoel voorop stellen.

Dit artikel heb ik ingeleverd voor feedback, omdat ik vond dat ik die voor dit artikel nodig had. Een tijdschriftverhaal steekt toch weer anders in elkaar dan een webverhaal. Ik had het opgemaakt in InDesign en aangeleverd (zie N@tschool). Ik kreeg feedback van freelance journaliste Marlies Mielekamp. We bespraken telefonisch het artikel en Marlies zette daarna de feedback nog eens op mail. Ze vond de kop, invalshoek en interviewkandidaten goed gekozen. Er schorde een aantal kleine zaken op taalkundig gebied (gebruik van stopwoordjes, lange zinnen) en de intro moest ik ook aanpassen. Ik vermeld in de eerste versie waarom Madonna Mercy niet kan meenemen, maar ik kan haar beter meer als single moeder profileren.

Verder gaf Marlies dit nog als (hele goede) opmerking: 'Goede achtergrondinformatie. Maar… begin er liever niet mee, probeer de lezer het verhaal in te trekken met iets persoonlijks over single adoptie en strooi de feiten rond de quotes van de singles. Zo is het beter te verteren dan zoveel info in het begin. Denk ook aan de lezer(es): die is meer geïnteresseerd in de drijfveren en emoties van deze vrouwen dan de feitelijke informatie. Je kunt het hele verhaal over adoptievoorzieningen bijvoorbeeld ook in een kader laten vertellen door de vrouwen zelf. Hoe hebben ze het uiteindelijk voor elkaar gekregen? En eventueel tips voor alleenstaande vrouwen die ook een kind willen adopteren. Want een tijdschrift moet ook service bieden.' Ook heb ik nu veel kleine stukken, die kan ik groter maken en voorzien van tussenkoppen zodat de ordening goed is.
De tip van Marlies heeft me erg geholpen: het verhaal van de vrouwen is spannender dan het verhaal van hoe je zo'n procedure moet volgen. Ik kies ervoor om dat in mijn tweede versie te verwerken tussen de quotes door en nog kort in een kader. Ook voeg ik een 'service' toe: drie boeken die interessant zijn voor adoptiemoeders of geadopteerde kinderen.

Het eindresultaat heb ik wederom verwerkt in InDesign, omdat ik de charme van een tijdschrift ook deels vind zitten in de lay-out van het verhaal. Dat draagt bij aan je verhaal en aan het aantrekkelijke van het verhaal. Al met al ben ik heel tevreden over de feedback. De opmerking die Marlies telefonisch nog gaf wil ik jullie ook niet onthouden: "Als je kunt kiezen tussen een goede journalist of een goede schrijver, kies ik voor de journalist. Je kunt beter een eindredacteur laten herschrijven. De journalist heeft tenminste de vaardigeheden die nodig zijn voor een goed verhaal op te zetten: goede personen kiezen en goede selecties maken." En dat deed ik ook.

Artikel drie... Casanegra

Het had in de Pers kunnen staan of in NRC Next, want eigenlijk deed regisseur Nour-eddine Lakhmari alleen maar 'grote' pers. Maar ik wist hem te strikken voor NL Next. En zo kon ik op een zonnige vrijdagmiddag in april deze meneer in het Frans (telefonisch) interviewen. Niet te lang, want meneer had het erg druk en was speciaal voor mij op zijn hotelkamer gebleven.

Het artikel is een interview met de Marokkaans/Noorse regisseur Nour-eddine Lakhmari over zijn film Casanegra. De film zorgde begin 2009 voor heel wat opschudding in Marokko: goor, geweld, seks, vulgair; alles wat eigenlijk niet op het beeldscherm kon verschijnen, liet Lakhmari verschijnen op het witte doek. De film is in zijn geheel op youtube te vinden, dus bekeek ik hem vlug voor het interview. Ik kon me wel voorstellen waarom Marokko op zijn kop stond, een masturberende vader in beeld brengen, en een van de hoofdpersonen die zijn vader van het toilet moet tillen: dat zijn nogal pikante onderwerpen.

Ik besloot eerst kort een review te geven van de film, om zo de lezer duidelijk te maken wat er zoal gebeurt in de film. En daarna Lakhmari aan het woord te laten. Ik heb het interview in de vraag-antwoord-vorm uitgewerkt. Iets waar ik eerlijk gezegd helemaal geen fan van ben. Maar voor het web is dit een prachtige, snelle manier om door een interview heen te lezen. De lezer screent de vraag, kort antwoord, en zo kun je er makkelijk en overzichtelijk doorheen.

Het artikel heb ik ingeleverd voor feedback en is besproken door Johan Faber, freelancer voor verschillende kranten en schrijver van drie boeken. Hij gaf één opmerking die ik zelf heel tekenend vond: 'Ik wil gezien de context niet flauw doen, maar sommige passages wekken de indruk alsof ze zijn geschreven door iemand die Nederlands als tweede taal heeft geleerd maar nog niet voor honderd procent machtig is. Ik signaleer verkeerd woordgebruik (bv. ‘kijk’ i.p.v. ‘blik’; het woord ‘film’ dat in de lead maar liefst vier keer valt) en vreemde zinnen, die wel afkomstig lijken uit een slechte vertaling'. Zo, die zat. Maar meneer heeft gelijk in twee punten: het is een (slechte) vertaling, ik heb de begrippen van Lakhmari vanuit het Frans naar Nederlands omgezet wat inderdaad bijdraagt aan vreemde constructies en verkeerde woordkeuzes oplevert. En dat zorgt ervoor dat mijn Nederlands (o zo) slordig overkomt. (Misschien moet ik ook nog toegeven dat het inderdaad mijn tweede taal is? Ik ben Limburgse, dus dat is mijn echte moedertaal?) Als ik dit verhaal nog een rustig had bekeken of had laten lezen door een ander voor het te plaatsen, was het misschien opgevallen. Ik mag dan wel tot Nt2'er verklaard zijn, in mijn tweede versie heb ik het Nederlands aangepast en de zinnen meer van 'mij' dan van Lakhmari gemaakt. Dit is wel echt een punt waar ik op moet letten als ik ooit als correspondente verder wil.

Gelukkig gaf meneer Faber ook leuk commentaar en is mijn artikel niet helemaal tot 'flater van 2009' verklaard: 'Het onderwerp is buitengewoon interessant voor de beoogde doelgroep, het raakt aan problematiek die dichter bij huis is dan Casablanca, de vragen in het interview zijn zinnig en de opbouw is logisch. Ik ken het genoemde medium niet, maar ik kan me voorstellen dat een dergelijk, enigszins controversieel ‘multiculti’-onderwerp er uitstekend bij past (en trouwens ook bij De Pers of NRC Next). Het is ook handig dat de inhoud van de film even kort word geschetst, zonder te veel weg te geven. Kortom: de auteur beschikt over journalistiek gevoel en een goed beoordelingsvermogen.' Hè, die vier jaar journalistiek waren niet voor niks, want het doel (journalistiek gevoel/beoordelingsvermogen) is er toch in te herkennen.

Het is heel eerlijke feedback, die mij enorm helpt. Vooral omdat ik dus gewoon moet opletten met vertalingen en dat snel verwerken. De tweede versie van het artikel is leesbaarder en in beter Nederlands geschreven en online te vinden en in N@tschool.